Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AL1882

Datum uitspraak2003-09-11
Datum gepubliceerd2003-09-25
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers94609/KG ZA 03-426
Statusgepubliceerd


Indicatie

In deze zaak komt de vraag aan de orde in welke situatie een internetprovider gehouden kan zijn om de NAW-gegevens van een (anonieme) website-houder op vordering van een belanghebbende te verschaffen.


Uitspraak

Zaaknummer: 94609/KG ZA 03-426 Vonnisdatum: 11 september 2003 713 RECHTBANK TE HAARLEM, VONNIS IN KORT GEDING in de zaak van: [eiser]., wonende te [woonplaats], eisende partij, procureur mr. B.A.M. Cordemeyer, advocaat mr. [advocaat] te Tilburg, -- tegen -- de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid LYCOS NETHERLANDS B.V., gevestigd te Haarlem, gedaagde partij, procureur mr. C.O. Wenckebach. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] respectievelijk Lycos. 1. Het verloop van het geding 1.1 Ter terechtzitting van 21 augustus 2003 heeft [eiser] overeenkomstig de dagvaarding d.d. 13 augustus 2003 gesteld en gevorderd als hierna onder 3. weergegeven en die vordering toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnotities. Lycos heeft tegen deze vordering verweer gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities. 1.2 [eiser] heeft in de eerste termijn twee producties overgelegd, die hij niet eerder heeft doen toekomen. De voorzieningrechter heeft aan Lycos gevraagd of zij akkoord gaat met het eerst nu overleggen van deze producties. Lycos heeft hierop aangegeven akkoord te zijn met de inbreng van de producties indien zij in de gelegenheid zou worden gesteld om van de inhoud daarvan kennis te nemen. Vervolgens heeft de voorzieningenrechter Lycos ter terechtzitting in de gelegenheid gesteld om van bedoelde producties kennis te nemen. 1.3 Na verder debat in tweede termijn hebben partijen vonnis gevraagd. De uitspraak daarvan is bepaald op 11 september 2003 of zoveel eerder als mogelijk. 2. De vaststaande feiten 2.1 In dit geding wordt van het volgende uitgegaan: a. [eiser] handelt in postzegels via de website www.ebay.com. b. Op http://members.lycos.nl staat een website genaamd: "stop the fraud" (hierna verder aangeduid als: de website). Tot 4 augustus 2003 stond op de website de volgende tekst: "Have you been ripped off by [eiser]@home.nl on E-bay join our quest for justice!! How does he work? You buy a small lot. Which he ships directly. So he gains your trust. You feel confident to buy a more expensive lot. That's when he strikes. He will keep your money and no stamps for you! That's not all. According to some of his victims he also sends fakes. Have you been ripped off and you want also to publish your story? Mail your story to stopthefraud@hotmail.com (…)" c. Per telefaxbericht heeft [eiser] op 1 augustus 2003 Lycos gesommeerd om (onder meer) de website te verwijderen alsmede om hem te voorzien van naam, adres en geboortedatum van de websitehouder. d. In reactie hierop heeft Lycos (op briefpapier van Lycos Europe bv) op 4 augustus 2003 per fax aan [eiser] onder meer bericht vooralsnog niet tegemoet te kunnen komen aan de sommatie om de website te verwijderen alsmede dat zij in verband met de privacywetgeving geen persoonlijke gegevens van de houder/eigenaar/ ontwikkelaar van de website kan verstrekken. In dit schrijven komt voor zover thans van belang het volgende voor: "Lycos Netherlands BV stelt personen (gratis) in de gelegenheid een privé website te ontwik-kelen en te publiceren op het internet. Aan deze gratis dienst heeft Lycos een aantal voorwaar-den gesteld die zijn vastgelegd in de algemene voorwaarden. Als bijlage zend ik u een kopie van deze algemene voorwaarden." e. Op 1 augustus 2003 heeft [eiser] een mail naar de website gezonden, met voorzover thans van belang, de volgende inhoud: Geachte heer???, Ik ben geconfronteerd met uw website. Ik sommeer U hiermee te stoppen en U bekend te maken. (…) Op die mail heeft [eiser] geen antwoord ontvangen. f. Met ingang van 4 augustus 2003 heeft de websitehouder de volgende de tekst op de website geplaatst: "Site removed to avoid legal actions!!". 3. De vordering en de grondslag daarvan 3.1 [eiser] vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: 1. Lycos gebiedt om: - het doorgeven van de website des, dat deze door derden kan worden gezien, te staken; - [eiser] bekend te maken met naam, adres en geboortedatum van de bouwer/ websitehouder van de website: http://members.lycos.nl/stopthefraud/, zulks binnen 1 uur na betekening van dit vonnis zulks op straffe van een dwang-som van € 5.000,- per dag, danwel een gedeelte van een dag, dat zij hiermede in gebreke blijft, zulks te verbeuren aan [eiser]; 2. veroordeling van Lycos in de kosten van dit geding. 3.2 [eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat Lycos onrechtmatig handelt door de website, ondanks verzoeken en sommaties, niet te verwijderen. Hij stelt een spoedeisend belang te hebben bij het verwijderen van de website alsmede bij het bekendmaken van de gegevens van de websitehouder teneinde de onrechtmatige acties nu en in de toekomst te kunnen stoppen en zijn schade te kunnen verhalen. 4. Het verweer en de slotsom daarvan Lycos heeft tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing daarvan met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding. Op dit verweer zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan. 5. De gronden van de beslissing Niet-ontvankelijkheid 5.1 Lycos stelt zich primair op het standpunt dat de vordering van [eiser] niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, nu ten onrechte Lycos is gedagvaard. Zij voert daartoe aan dat Lycos Europe GmbH gedagvaard had behoren te worden, daar de website wordt gehost door en onder verantwoordelijkheid staat van laatstgenoemde rechtspersoon. Lycos vervult ten aanzien van de hostingactiviteiten slechts een logis-tieke, faciliterende en organisatorische functie. 5.2 Het primaire verweer van Lycos gaat niet op. De voorzieningenrechter overweegt daartoe dat [eiser] op 1 augustus 2003 Lycos per fax heeft gesommeerd. Lycos heeft op 4 augustus daarna per fax (uitgebreid) op vorenbedoeld schrijven gereageerd (zie hiervoor onder 2.d) en daarin (onder meer) aangegeven dat zij personen in de gelegenheid stelt een privé website te ontwikkelen en te publiceren. In dat licht kan zij zich er thans niet op beroepen dat de website niet door haar, maar door Lycos Europe GmbH zou worden gehost. Belang 5.3 Voorts voert Lycos als verweer aan dat de website niet meer bereikbaar is; [eiser] heeft derhalve geen belang meer bij zijn vorderingen. [eiser] heeft hiertegen aangevoerd dat hij wel degelijk belang heeft bij het staken van het doorgeven van de website door Lycos, daar het niet ondenkbaar is dat de website, nadat het vonnis in deze zaak zal zijn gewezen, wederom door de websitehouder geplaatst zal worden. Met Lycos is de voorzieningenrechter het eens dat [eiser] bij het door hem gevorderde gebod om het doorgeven van de website te staken - gezien de thans (kennelijk door de websitehouder) op de website geplaatste tekst (zie hiervoor onder 2.f) - bij dit onderdeel van zijn vordering geen spoedeisend belang meer heeft. Dit onderdeel van [eiser]' vordering zal dan ook worden afgewezen. 5.4 [eiser] heeft voorts de afgifte van de naam, adres, woonplaats-gegevens (hierna verder NAW-gegevens) alsmede de geboortedatum van de bouwer/websitehouder gevorderd. Ook op dit punt heeft Lycos aangevoerd dat [eiser] geen belang heeft bij zijn vordering. Dit verweer treft geen doel. Immers, het door [eiser] gestelde belang dat hij in de gelegenheid zal worden gesteld om de websitehouder in rechte te kunnen betrekken teneinde de gestelde onrechtmatige acties, ook in de toekomst, jegens hem te stoppen en zijn schade te kunnen verhalen, rechtvaardigt reeds zijn vordering. Afgifte NAW-gegevens 5.5 Lycos heeft tegen dit onderdeel van de vordering onder meer aangevoerd dat zij niet over de geboortedatum van de websitehouder beschikt alsmede dat [eiser] geen belang heeft bij die specifieke informatie. [eiser] heeft Lycos' verweer op dit punt niet weersproken, zodat de vordering van [eiser] voor zover het betreft de bekendmaking van de geboortedatum van de websi-tehouder zal worden afgewezen. 5.6 Vervolgens heeft Lycos aangevoerd (kort en zakelijk weergegeven) dat in de jurisprudentie is uitgemaakt dat: 1. alleen in zwaarwegende omstandigheden (mede in het licht van de onrechtmatige informatie) kan een vordering tot afgifte van NAW-gegevens worden toegewezen; 2. in kort geding terughoudendheid past omdat verstrekking onomkeerbaar is; 3. de eiser pogingen moet hebben gedaan om op andere wijze achter de NAW-gegevens te komen; 4. er geen algemene rechtsregel bestaat die een provider verplicht mee te werken aan het ter beschikking stellen van NAW-gegevens; de provider heeft er recht en be-lang bij zo min mogelijk belast te worden met het opvragen door derden van NAW-gegevens. Lycos betoogt dat de onder 1. bedoelde (zwaarwegende) omstandigheden zich hier niet voordoen. Voorts heeft [eiser] geen althans onvoldoende pogingen ondernomen om op andere wijze achter de NAW-gegevens te komen. Bovendien handelt Lycos bij afgifte van de NAW-gegevens onrechtmatig jegens haar klanten, op grond van de aan hen toegezegde geheimhouding, alsmede in strijd met artikel 8 sub f van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). 5.7 [eiser] heeft tegen het vorenstaande aangevoerd dat de websitehouder hem niet de gelegenheid biedt om de negatieve berichtgeving op de website te weerspreken. [Eiser] heeft derhalve de NAW-gegevens van de websitehouder nodig om zich te kunnen verweren tegen de, zoals hij stelt, onrechtmatige en lasterlijke inhoud van de website en de nadelige gevolgen daarvan voor zijn postzegelhandel. 5.8 Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is er voldoende grond voor een verstrekken door Lycos aan [eiser] van de door [eiser] verlangde NAW-gegevens. 5.9 Niet aannemelijk is geworden dat de beschuldigingen jegens [eiser] geuit in de tekst die tot 4 augutus 2003 op de website heeft gestaan (zie hiervoor onder 2.b), juist zijn. Lycos heeft in dat verband niets kunnen aanvoeren, terwijl [eiser] onweersproken heeft gesteld dat hij, behoudens enkele verkeersovertredingen, zonder strafblad is. De in bedoelde tekst geuite beschuldigingen zijn van ernstige aard. Aannemelijk is voorts dat [eiser] door die beschuldigingen in zijn postzegelhandel schade heeft geleden en nog lijdt. Gezien het feit dat [eiser], naar hij onweersproken heeft gesteld, voor die handel twee personeelsleden in dienst heeft en een omzet van ongeveer € 350.000,00 per jaar heeft, is ook niet onaannemelijk dat die schade aanzienlijk is. [eiser] heeft derhalve een zwaarwegend belang bij een in rechte kunnen aanspreken van de bou-wer/houder van de website, waartoe hij de NAW-gegevens van die bouwer/houder nodig heeft. 5.10 Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft [eiser] voldoende pogingen gedaan om op andere wijze dan via Lycos aan die gegevens te komen. Nu de bouwer/houder van de website niet antwoordt op de mail van [eiser] van 1 augustus 2003 (zie hiervoor onder 2.e) heeft [eiser] weinig andere mogelijkheden om achter die gegevens te komen. Van [eiser] kan niet verlangd worden dat hij eerst via de "strafrechtelijke weg" pogingen onderneemt om die gegevens te achterhalen. Door-slaggevend dient te zijn bij wie de gegevens voor de betrokkene op de minst ingrijpende wijze kunnen worden verkregen en dat is ook voor de bouwer/houder van de website niet langs de strafrechtelijke weg. 5.11 Juist is dat een gebod in kort geding aan Lycos om de onderhavige NAW-gegevens aan [eiser] te verstrekken tot onomkeerbare situatie zal leiden. Dit komt echter vaker voor bij in kort geding gegeven voorzieningen en kan, indien de eisende partij een voldoende, rechtmatig en spoedeisend belang bij de gevorderde voorziening heeft, op zich geen grond vormen om een dergelijke voorziening niet te treffen. 5.12 Op grond van het hiervoor overwogene kan niet gezegd worden dat openbaarmaking door Lycos aan [eiser] van de onderhavige NAW gegevens in strijd komt met het bepaalde in artikel 8 Wbp. 5.13 Op zich is ook juist dat een provider er recht en belang bij heeft om zo min mogelijk belast te worden met het opvragen door derden van NAW-gegevens, doch een en an-der neemt niet weg dat een provider niettemin op grond van de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt, gehouden kan zijn zijn medewerking te verlenen als hij ervan in kennis wordt gesteld dat een van de gebruikers van zijn computersysteem door middel van diens homepage onrechtmatig handelt. Indien er een belang is dat verstrekking van NAW-gegevens rechtvaardigt, de ernst van de inbreuk opheffing van de anonimiteit rechtvaardigt, het doel dat met de verstrekking wordt nagestreefd niet langs andere, minder ingrijpende weg - zonder opheffing van anonimiteit - kan worden bereikt en de verstrekking in de mate die is beoogd evenredig is aan het nagestreefde doel, is er sprake van zo'n situatie. Gezien de hiervoor genoemde feiten van het onderhavige geval wordt in dit geval aan genoemde voorwaarden voldaan. Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat de grondslag voor de rechtsplicht van de provider om onder omstandigheden als de onderhavige de verlangde NAW-gegevens te verstekken ook gevonden kan worden in de rechtsplicht tot het noemen van zijn voorman, zoals die ook in zaken van intellectueel eigendom is erkend (vergelijk Hoge Raad 27 november 1987, NJ 1988, 722 en BIE 1987, nr. 25, p.88-96). Tenslotte kan de rechtsplicht tot het openbaar maken van NAW-gegevens, onder omstan-digheden als de onderhavige ook worden ontleend aan artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. 5.14 De vordering van [eiser] zal derhalve worden toegewezen voorzover die betreft het gebod hem op straffe van verbeurte van een dwangsom bekend te maken met naam en adres van de bouwer/houder van de website. De voorzieningenrechter zal ambtshalve de gevorderde termijn waarbinnen Lycos aan het te geven gebod moet voldoen, verlengen en de gevorderde dwangsom maximeren. 5.15 Als de in hoofdzaak in het ongelijk te stellen partij zal Lycos worden veroordeeld in de kosten van het geding. 6. De beslissing De voorzieningenrechter: 6.1 Gebiedt Lycos om [eiser] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis bekend te maken met de naam en het adres van de bouwer/websitehouder van de website: http://members.lycos.nl/stopthefraud/. 6.2 Veroordeelt Lycos tot betaling aan [eiser] van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag dat zij niet aan genoemd gebod voldoet, zulks tot een maximum van € 100.000,--. 6.3 Veroordeelt Lycos in de kosten van dit geding, tot op de uitspraak van dit vonnis aan de zijde van [eiser] begroot op € 273,20 aan verschotten en € 703,-- aan salaris voor de procureur. 6.4 Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. 6.5 Wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer, voorzieningenrechter van deze rechtbank, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 11 september 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.